Corona en het onderwijs in de kunsten: Kan een uurtje tekenles evenwaardig zijn aan een uurtje wiskunde?
Leerplichtonderwijs moet in coronatijden kost wat kost kunnen doorgaan, en één van de redenen die men daarvoor aanhaalt is dat de leerachterstand bij de jongeren ingeperkt moet worden. Kunstonderwijs daarentegen is niet essentieel genoeg en moet dus aan strenge banden gelegd worden. Deuren dicht of toch zo goed als.
Onze academie kende nochtans tot nog toe geen enkele besmetting in haar vestigingen. Het resultaat van een doordachte en bewuste preventie, gebaseerd op het gezonde verstand van mensen uit de praktijk: leerkrachten, politici, directie, preventieadviseurs, gebouwenverantwoordelijken…
En toch zou onze onderwijspraktijk meer risicovol zijn dan die van het leerplichtonderwijs, volgens de deskundigen van de overheid. Alhoewel ik geen politicus noch epidemioloog ben, ben ik wel deskundig in het kunstonderwijs en kan ik de praktijk van een atelier op onze academie goed inschatten en relateren aan de maatregelen die noodzakelijk zijn om de epidemie geen kansen te geven binnen de muren van onze academie.
De discriminatie in de manier waarop de verschillende onderwijsniveau’s met Covid19 mogen omgaan is op los zand gefundeerd. Arbitrair en onnauwkeurig. Hoe verklaar je anders dat de centra voor volwassenonderwijs -in Temse gehuisvest in hetzelfde gebouw als de academie- wél tot 10 leerlingen mag toelaten in haar lokalen van de fotografie en dezelfde afdeling in de academie slechts één persoon? Naar verluidt wil de overheid die studierichtingen die er op gericht zijn om mensen aan een beroep te helpen vrijwaren van te strenge maatregelen. Alsof een maatschappij enkel draait op arbeid en economie en vooral… alsof het virus daar onderscheid in zou maken!
Ik begrijp dat maatregelen rond corona niet overal even nauwgezet ingevoerd kunnen worden. Maar het huidige onevenwicht dat de Vlaamse overheid momenteel tot stand brengt, tart de verbeelding en doet inderdaad denken -zoals collega Niko Van Stichel aangeeft in zijn open brief- dat er een andere agenda achter deze beslissingen steekt, waarbij de huidige gevoerde politiek rond kunstonderwijs in het algemeen maar meteen doorgetrokken wordt in de maatregelen rond corona.
In 1993 stelde de stad Antwerpen -als culturele hoofdstad van Europa- ons de vraag of kunst de wereld kan redden… Na 31 jaar ervaring in het deeltijds kunstonderwijs kan ik hierop ondubbelzinnig en met kracht antwoorden;
‘Kunst zàl de wereld redden… en nog veel meer doen dan dat..!’
Philip Boël