LUKZE REIZEN MATTHYS: UPTOWN GALLERIES ELSENE

Verslag van uitstap naar o.a. de expo ‘White Snow & Coach Stage Stage Coach, Spinoffs’

elsene-4En zo geschiede… op zaterdag 22 oktober.
In een konvooi van drie autos vertrokken op de parking en toegekomen in een zelfde slagorde parkeerden we ons in hart Elsene. Kamp Gent en kamp Antwerpen vervoegden ons en met achttien trapten wij de deur van Xavier Hufkens open.

Hufkens, huis van bijna dertig jaar vertrouwen, is zonder twijfel de belangrijkste galerie van het land en zodoende een internationale speler. Het doel van onze verkenningstocht was enkele ‘top’-galeries aan te doen en daarvoor moet je serreworrig in uptown Brussel – dus Elsene – zijn. Een tiental jaar geleden doolde ik in en rond de Antoine Dansaertstraat (downtown) want daar was het te doen. De komst echter van veelbelovende vrouwtjesdieren die in Ixelles de malste en voedzaamste graasgronden uitkozen joeg de kudde in de vallei uit elkaar. Sommigen beklommen de helling met ambitie, anderen met te weinig bagage, nog een deel stoof in alle richtingen uiteen, anderen verdwenen voorgoed,… een enkeling bleef verbijsterd maar koppig ter plaatse. De nieuwe vrouwtjes die de opschudding veroorzaakten noemen Almine, Nathalie, Valérie, Barbara, Irène…maar dit terzijde. Hufkens zijn plek is groot, knap gerenoveerd door de architecten Robbrecht, Daem en van Hee en huist een rits wereld-kunstenaars als Artschwager, Bourgeois, Buren, Condo, Emin, Gormley, Houseago, Pierson, Ruby, Ryman en Vo én Belgische oerdegelijkheid met Brodahl, De Cordier, Vercruyse, François en natuurlijk Walter Swennen, één van onze lievelingsschilders.

elsene-8De galerie toonde nu voor de eerste maal werk van de 71-jarige Paul McCarthy. Deze ambetante, Mormoons opgevoede Amerikaan uit Salt Lake City bestookt al sinds eind ’60 de kunstwereld, de Amerikaanse maatschappij, – politiek, de populaire cultuur en de Hollywood-industrie met performances, installaties, videos, sculpturen en tekeningen. De kunstenaar, niet vies om zijn piemel in een pot mayonaise te duwen, verrast ons nu met een reeks werken rond het sprookje Sneeuwwitje van Grimm, ons allen bekend door de beeldtaal van wijlen Walt Disney. De onschuld van Witje en haar dwergen smelt hier echter als sneeuw voor de zon. In de grote ruimte van de galerie liggen drie reuze grote hoofden van Witje in primaire kleuren rood, geel en blauw welke mij onmiddellijk deed denken aan het fenomenale schilderij “Who’s afraid of Red, Yellow and Blue” van de Amerikaanse abstracte expressionist Barnet Newman. Het schilderij (uit een reeks van vier) hangt in het Stedelijk en Newman wilde met dit werk sterke emotionele reacties bij de toeschouwers teweeg brengen, wat heel goed lukte. De titel verwijst naar het toneelstuk ‘Who’s afraid of Virginia Woolf?’ van Albee, verfilmd door Nichols met glansrollen van la ‘Taylor’ en Burton. Beter kan en zal film niet worden. En deze titel verwijst op zijn beurt naar het liedje ‘Who is afraid of the Big Bad Woolf?’ uit de animatiefilm The Tree Little Pigs van Walt Disney uit 1933 en daarmee is de cirkel rond. Big Bad Woolf McCarthy liet op het snoezigste snoetje van de tekenfilmwereld enkele suggestieve druipers achter waarmee hij de duistere kant van het prinsesje met de sneeuwwitte huid, de bloedrode lippen en het pikzwarte haar blootlegt.
Zulke methodiek is typisch voor het werk van McCarthy, die ons attent maakt op het feit dat Dash niet altijd witter dan wit wast. In de titel van de expo zit trouwens al een hint : White Snow ipv Snow White is slang voor cocaïne.
elsene-15En dan ontmoeten we het dwergje Dopey. De vriend van Sneezy, Sleepy, Happy, Doc, Grumpy en Bashful. Dopey is levensgroot afgebeeld als een siamese drieling met een verkrampte lege lach op zijn gezicht. Het beeld is bedacht, getekend, in 3D gerendered, gefreesd uit een blok notelaar en mat wit gespoten. Het lijkt een witte carrara van eerste kwaliteit of een in vorm geperste blok coke van het zuiverste gehalte.
De meeste sculpturen hebben een ‘high end’ afwerking behalve ‘WS, White Snow Walt Paul, the Grove’. Effe de titel bekijken. WS is White Snow is Sneeuwwitje. Walt Paul is wellicht een fictieve figuur die het midden houd tussen W. Disney en P. McCarthy. The Grove is een vrij recente, enorme, openlucht shopping-mall in Los Angeles (Paul woont in L.A.) die al onze verlangens kan vervullen. Op hun website lees ik : ‘There is nowhere like it. In fact, there’s nothing even close. The Grove proudly offers the hottest, newest fashions, the must-have gadgets, the dreamiest beauty products, the most gorgeous decor, the hippest furniture, the niftiest homeware. We could go on. But you have a lot of shopping to do.’ …..en in de winter dwarrelt er nepsneeuw naar beneden tussen 8pm en 10pm. Hoe goe is da? Gelukkig kan ‘a grove’ ook gewoon een bosje zijn. Het werk is een oversized plantenbak bestaande uit versleten piepschuim platen bijgehouden door een zware gele spanband. In de bak staat een bos van eveneens oversized plastiek bloemen en planten, die een aards paradijs vormgeven. Het piepschuim, bedenk ik, zou als isolatiemateriaal een microklimaat kunnen genereren zoals de nepsneeuw in een mall sneeuwschoppen, skireizen of een fles Havana Club doet slijten. In het midden van dit aards paradijs valt een lichtstraal. mccarthyEen beeldhouwwerk of installatie bekijk je langs alle kanten, is ons geleerd. En inderdaad aan één zijde kun je gluren doorheen het plastieken groen naar een open plek waar een naakte Walt Paul een naakte, bewusteloze White Snow over de grond meesleept. Deze tuin van Eden word plots obsceen, smerig en primitief en ik een Peeping Tom. Waar sleept Walt Paul haar naar toe? Wat gaat die goorlap met het prinsesje doen en met wat heeft hij haar bewusteloos gemept?…een knuppel, denk ik. Of is ze werkelijk dood?
In het tuintje van Xavier Hufkens staat nog een roodkleurige bronzen beeldengroep van enkele Disney figuren met wel een heel gestoord konijn dat ons bovendien uitlachte als we naar de volgende galerie trokken.
LUKZE REIZEN
https://www.youtube.com/watch?v=-XXic2fuObQ

Hieronder nog eens alle foto’s op een rijtje, met dank aan Philippe Crépain en Sofie Van Steirteghem